vrijdag 23 maart 2012

Acute versus spoedeisende (of emergency) psychiatrie

De maatschappelijke context in de tijden van de “iwam generatie” (Ik wil alles meteen) zegt dat “mañana”, morgen, per definitie slecht is.
De eerste hulp in het somatisch circuit is gebaseerd op snel handelen. Als u komt, wordt u meteen geholpen. De psychiatrie doet het niet altijd, wat vaak als “nooit” wordt vertaald. Waarom?

Op de SEH vraagt een gebroken been meteen om reparatie. Actie dus. Het is acuut. Niet handelen veroorzaakt in het algemeen meer schade. Geldt dit ook in de psychiatrie? Meestal niet. Crisis betekent niets anders dan een verstoring in de homeostase van een persoon (en zijn omgeving, systeem). De crisis kan heftig zijn of heftig waargenomen worden. Is er dan per definitie sprake van spoed? Iets wat meteen moet gebeuren? Wat geen uitstel verdraagt?

 Meestal niet. In tegendeel: zeilen met windkracht 12 doe je liever niet. De structurele beslissingen voor het herstel van de homeostase van individuen werken zelden goed als deze genomen worden in crisissituaties. Uitstel, reflectie, overwegen, kosten-baten analyses, etc., zijn op zijn plaats.

Emergency psychiatrie bestaat wel. Er zijn zaken die onmiddellijk moetgebeuren: de zorg aan de acute psychotische patiënt, de verwarde bejaarde, de suicidante. Gelukkig is dit de minderheid van de patiënten die gezien worden door een zogenaamde crisisdienst.

Tijd om onze handeling duidelijk te beschrijven en te communiceren? Tijd om de naam te veranderen?


Ricardo Teijeiro


EmergenPSY©Versie 2012

woensdag 14 maart 2012

CHECKLIST AANMELDING SPOED OPNAMES

CHECKLIST AANMELDING SPOED OPNAMES

Datum:
Tijd:

In:
Aanmelder:
Tel:
Org:
Reden consult:










Somatiek:







Medicatie:



















Juridisch:
Vrijw
WGBO
IBS
RM




Gevaar:











Vervoer:



Ambu
Familie
Taxi

Pol.begel.


Time uit:            
Time in:

Med voor vervoer?


Personalia
Naam
geb.d
Adres
Tel:
Verz.nr.




Afspraken:

EmergenPSY©Versie 2012





zondag 11 maart 2012

Publications on demand

De volgende publicaties zijn op verzoek te verkrijgen:


Seclusion in a General Hospital Psychiatric Emergency Room: Experiences of Patients and Mental Health staff. Yolande Voskes; Ricardo Teijeiro. Tweesteden ziekenhuis. Tilburg 

The story of the failed attempt at abolishing seclusion rooms in a psychiatric hospital. Ricardo Teijeiro, Herman Kok, Diana Westerkamp. Foundation EmergenPSy

Management of GHB intoxication and withdrawal in General Hospitals. Ricardo Teijeiro; Jan-Gerrit Upmeijer

Development in time of presenting problems in emergency psychiatry.
 
Ricardo Teijeiro, Diana Westerkamp, Herman Kok


Effectiveness of treatment in emergency psychiatry. Ricardo Teijeiro, Ted Wolterink, Diana Westerkamp, Herman Kok

What are the indications for i.m. administration of psychotropics in emergency psychiatryRicardo Teijeiro, Diana Westerkamp

I.M. medicatie bij de behandeling van geagiteerde en/of agressieve patiënten; analyse van ‘the real world’. Ricardo Teijeiro, Diana Westerkamp

Physical complaints in emergency psychiatry. Alexandâr Alexandrov, Ricardo Teijeiro, Diana Westerkamp.

Tussen de regels. Knelpunten in het vervoer van psychiatrische patiënten (1). Eva Stegink ; Marieke Touw, verpleegkundige. Zwolse Poort

Tussen de regels. Knelpunten in het vervoer van psychiatrische patiënten (2). Eva Stegink ; Marieke Touw, verpleegkundige. Zwolse Poort

Schema behandelingsmogelijkheden op grond van de WGBO

Schema vrijheidsbeperkende interventies in de zorg



Presentaties:

Wat is uw diagnose? Ricardo Teijeiro, psychiater. TweeStenden ziekenhuis. Tilburg


Zonder het lichaam zal de geest geen ideeen hebben; literatuuroverzicht.  A. Alexandrov, psychiater. Zwolse Poort. Zwolle


De somatische bril van de ambulante hulpverlener. J. Bijlsma, SPV. Riagg Ijsselland Deventer


Wat valt er in de separeer te onderzoeken? Dr. C. Schaapveld, huisarts. Zwolse Poort te Raalte


Psychiatrie of bijwerking van medicijnen? J-G. Upmeijer, psychiater. PAAZ Gelre ziekenhuis, lokatie Lukas te Apeldoorn


Psychiatrische presentatie van neurologische aandoeningen en vice versa.J Kuipers- Upmeijer, neuroloog. Ziekenhuis Nij Smellinghe  Drachten


De acute psychose als lichamelijk probleem. Dr. H.C. Klein. Psychiater GGZ Winschoten


Ouderen: van alles en nog wat. F.J.M.P. Essink, verpleeghuisarts. Afdeling ouderen. Zwolse Poort Zwolle

Wantrouw uw vertrouwen



Wantrouw uw vertrouwen

Hans van der Sluis

Een grote opkomst, er is al het een en ander over gezegd, dat roept wat dubbele gevoelens op, Enerzijds ben ik natuurlijk verheugd dat het thema in de belangstelling staat, anderzijds roept het ook een beetje angst op, want agressie is niet het enige wat angst oproept.
Mijn naam is Hans van der Sluis, ik werk als psychiater in een van de kleinste ziekenhuizen in Nederland, het gezellige streekziekenhuis Coevorden – Hardenberg en wij zijn nog in het gelukkige bezit van een PAAZ.  (vervolgens volgt een knallend geluid in de zaal). De bedoeling was dat u even zou schrikken, maar het was blijkbaar niet zo angstaanjagend. In ieder geval is het zo dat ik onlangs wel heel erg geschrokken ben. Ik was niet voorbereid op wat mij overkwam en de bedoeling was dat u zou ervaren dat ondanks dat u zich hier veilig voelt er toch iets kan gebeuren…
Heeft iemand van u bijvoorbeeld gelet waar zich hier de nooduitgangen bevinden, stel er zou iets gebeuren? Er zijn een aantal van u die het weten. U gaat allemaal hier naar binnen; 200 man in deze zaal. Stel er gebeurt iets, weet u hoe u weg moet komen? Met andere woorden weet u waar u weg moet komen? Uit onderzoek is gebleken dat de Nederlandse bevolking zich in het algemeen wat onveiliger voelt dan nodig is. We willen veel politie op straat, we willen ons veilig voelen maar zo onveilig is het nu ook weer niet. Bij hulpverleners is dat echter anders, hulpverleners voelen zich vaak veiliger dan reëel is. In het werk wat wij doen, in de acute psychiatrie, kan ons natuurlijk het nodige overkomen, maar vaak stappen wij argeloos overal op af, uit de videobeelden die wij eerder vanmorgen zagen is ook wel gebleken dat de meeste mensen zich ook wel overrompelt voelden door wat hun overkwam. Ze voelden zich helemaal niet onveilig en toch kregen ze opeens een klap in hun gezicht, een pistool op hun hoofd, en wat allemaal voor ellende voorbij is gekomen. Het was voor mij dan ook even schrikken toen ik enige tijd geleden tot mijn eigen verbazing werd belaagd door een patiënt op de eerste hulpafdeling van een groot ziekenhuis. Het voelde veilig maar ik kwam eigenlijk heel erg op de koffie, over de koffie zal ik zo nog wat meer zeggen. Toen ik eenmaal was aangevallen, was ik natuurlijk erg geschrokken. Net zoals de mensen in het filmpje moest ik ook even trillen en tot mezelf komen. Maar even later viel het me vooral op dat ik geschokt was omdat ik van te voren niets had aangevoeld. Meestal denk ik ‘ik zie wel wat er gebeurd, ik heb dat wel in de gaten en ik reageer daar wel op, ik heb het wel in de hand’, maar dat was helemaal niet zo dus mijn subjectieve gevoel had mij behoorlijk bedrogen en in de steek gelaten. Vandaar ook mijn titel ‘wantrouw uw vertrouwen”. Later ben ik natuurlijk na gaan denken wat is mij nu eigenlijk allemaal overkomen, wat is er nou allemaal mis gegaan en wat kan ik hier allemaal van leren. En dat wil ik dan ook met u delen vanmorgen.
Mijn verhaal gaat dus over risicoreductie over het voorkomen van agressie. Het is natuurlijk wel lastig want Marco vertelde net al dat het voorspellen van agressie een moeilijk probleem is wat we niet goed kunnen. Er zijn een paar dingen waarvan we het al wel weten maar verder weten we het niet. Dus als je nou aan preventie wil doen, waar moet je dan je acties op baseren. Ik heb een mooi rapport gevonden van de ‘ Royal College of Psychiatry’, een Britse vereniging voor psychiatrie. Die hebben daar heel mooie richtlijnen over opgesteld, maar allereerst wil ik eigenlijk maar een verhaaltje over mijzelf vertellen over wat mij gebeurd is.
Ik werd op een bewuste avond gebeld toen ik dienst had door een dienst doende arts assistent interne en die vertelde dat er een man was binnengelopen c.q. binnengebracht door een ambulance op de eerste hulp. Hij had zichzelf geintoxiceerd met pillen en zoals gebruikelijk wordt de psychiater dan altijd in consult gevraagd om eens te gaan praten, eens te gaan kijken wat er aan de hand is en eventueel actie te ondernemen. Er werd mij verteld dat deze man een paar dagen eerder ook was geweest, had ook pillen ingenomen en was toen verwezen naar zijn eigen hulpverleningscircuit. Verder werd mij verteld dat deze man zelf had aangekondigd psychotisch te zijn en mij werd vervolgens veel succes gewenst en iedereen ging aan zijn werk. En zo gaat het op een eerste hulp; iedereen is druk met allerlei zaken. Ik ging dus naar hokje 6 in een lange smalle gang, praten met deze meneer. Die eigenlijk vanaf het begin af aan op luide toon eiste dat hij opgenomen moest worden en dat hij pillen moest hebben en een bed. Mijn doel was anders. Ik wilde namelijk eerst weten wat is er nou eigenlijk aan de hand, wat speelt hier. Maar ik kwam er met mijn vaardigheden toch niet doorheen. Gaandeweg verscherpte de toon in het gesprek zich en ook ik werd een beetje scherper in mijn toon, zoals dat wel eens kan gebeuren. Wij kwamen niet tot overeenstemming. Duidelijk werd inmiddels dat deze man een eigen hulpverleningsplan had en een beroep kon doen op een bed op recept. Maar ik had heel andere plannen. Toen we er samen niet uitkwamen kreeg ik de eerder genoemde koffie in mijn gezicht gegooid, dus ik schrok nogal. Het was voor mij een plotselinge uitbarsting van geweld en ik probeerde me uit de voeten te maken. Maar terwijl ik me omdraaide had ik ineens deze man om mijn nek hangen en kon niet zoveel lucht meer uitbrengen. Ik riep nog iets van alarm, later dacht ik alarm, alarm? Je bent dus helemaal niet voorbereid op zoiets. Je roept maar wat en uiteindelijk heb ik de deur kunnen bereiken, al worstelend, van het hokje waar ik net als ieder ander in de verhalen helemaal alleen was. Je voelt je op zo’n moment ook echt verlaten door iedereen en ook op de gang, de post was ver weg, niemand zag mij. Uiteindelijk zag een passerende schoonmaker dat er iets aan de hand was en die heeft toen mensen gealarmeerd. Hulptroepen arriveren en het is allemaal goed afgelopen. Maar wat is er nou allemaal misgegaan, wat kan ik nou zelf leren van wat er die avond niet goed ging. Allereerst had ik eigenlijk heel weinig informatie over deze patiënt, en daardoor kon ik ook niet goed, hoe krakkemikkig ook een risico-inschatting maken en maatregelen nemen. Het hokje van die eerste hulp lag in een smalle gang helemaal uit het zicht, dus je bent daar ook erg geïsoleerd, zo zit dat nou eenmaal bouwkundig in elkaar. Ik had ook niemand gevraagd om mee te gaan. Als iedereen het druk heeft dan ga je als psychiater niet zeggen van kom even mee. Dat doe je wel eens als je denkt nou heb ik ondersteuning nodig. Ik had ook niet in de gaten tijdens dat gesprek dat het zich zo verscherpte en dat het vervolgens escaleerde en dat is toch iets waar we alerter op kunnen zijn. Wat gebeurt er nou eigenlijk, hoe is mijn bejegening tegen die patiënt. Ik ben zelf niet getraind, de meeste van u zullen wellicht wel getraind zijn, maar ik heb nooit een training gevolgd. Ik heb uiteindelijk ook een melding van dit incident gemaakt en hierop heb ik eigenlijk geen enkele reactie gekregen, dus dat is ook niet iets wat goed is gelopen denk ik. Al deze punten zullen in het vervolg van mijn verhaal de revue passeren. Mijn verhaal is eigenlijk opgebouwd uit drie thema’s; allereerst het design van de fysieke omgeving. Wat kun je nou aan de bouw van de afdeling doen om agressie te voorkomen en risico’s te verkleinen. Het is natuurlijk niet helemaal te voorkomen, maar je kunt er toch wel wat aan doen denk ik en daarbij hoort ook de organisatie van je afdeling, het is deels een systeemaspect, het is ook mensenwerk, maar ik heb het toch bij de fysieke omgeving geplaatst. Tweede thema is de interpersoonlijke omgeving; met andere woorden alles  wat te maken heeft met het contact wat we hebben met de patiënt. En als derde zal ik nog heel kort iets zeggen over wat kun je nou vooraf zeggen, kun je iets voorspellen maar ook als het mis gaat, als je aan het vechten bent, wat kun je dan nog doen.
Als eerste dus het design in de organisatie van de fysieke omgeving en de afdeling en hier zitten weer drie hoofdstukjes onder namelijk; direct kalmerende voorzieningen die invloed hebben op de patiënt zelf; wat kun je nou doen om je patiënt zo rustig mogelijk, zo prettig mogelijk te laten voelen. Factoren die rechtstreeks de veiligheid verhogen. Bouwkundige voorzieningen en als laatste het organisatiestuk.
Die kalmerende voorzieningen zijn voor een deel heel makkelijk te realiseren. Een schone afdeling, zorg dat alles netjes opgeruimd is, dat het geen rotzooi is. Mensen voelen zich prettig en respectvol bejegend als het netjes ingericht is, er frisse verf is en niet overal brandplekken zitten en daar kun je het nodige aan doen en dat is denk ik ook belangrijk. De schoonmaakdienst kan dus een belangrijke rol spelen in het reduceren van risico’s. Frisse lucht zorgt dat het een beetje licht is en dat het niet te bedompt en besloten is en geeft mensen in ieder geval het gevoel dat het ruim is. Het is misschien niet altijd mogelijk om evenveel vierkante meters te krijgen als je zou willen en daar had Marco het net al over maar misschien kun je toch roeien met de riemen die je hebt, door het in ieder geval zo in te richten zodat het ruim lijkt. Een ophoping van mensen lijdt natuurlijk al snel tot agressie, zeker als de sfeer al een beetje geladen is dus probeer ook dat te voorkomen, niet teveel overbedden, richt je afdeling zo in dat de mensen niet op één grote hoop zitten. Een rookkamer is natuurlijk een goed voorbeeld, iedereen gaat zitten roken, op die tien vierkante meter die daarvoor gereserveerd is dat leid ook niet altijd tot veel goeds. Wij hebben trouwens zelf een tuinhuisje buiten geplaatst voor het roken en dat werkt eigenlijk heel prima, het is open en een soort kerststalletje waar iedereen dan in zit. Ruimte waar je mensen een time out kunt bieden moet veilig zijn en goed geoutilleerd. En de activiteiten zelf zijn natuurlijk belangrijk, maar de ruimtes waarin deze plaats vind moeten ook veilig zijn, zoals toezicht op scherpe voorwerpen etc. Het zijn wellicht allemaal open deuren mar ik zet ze toch allemaal even netjes voor u op een rijtje. Wat denk ik heel erg belangrijk is en waar het vaak wel aan ontbreekt is, dat als het niet zo goed gaat met mensen, ze eigenlijk een ruimte moeten hebben waar ze zich even kunnen terugtrekken. Dat doen wij thuis immers ook als we eens een slechte dag of een slecht moment hebben, dan heb je ook behoefte om je even terug te trekken. Dat zouden wij onze patiënten natuurlijk ook moeten kunnen bieden. En als ze dan alleen maar terecht kunnen op een 4-persoons kamer waar ze altijd weer onder anderen zijn dan helpt dat niet echt. Dus ik denk dat het bij de inrichting van je afdeling belangrijk is om voorzieningen te creëren waar mensen zich even terug kunnen trekken. En zo moet de staf eigenlijk ook ruimte hebben voor privacy.
Ook moet een goede klimaatbeheersing aanwezig zijn, de frisse lucht daar had ik het al over. Andere factoren die rechtstreeks de veiligheid vergroten en dan natuurlijk niet bijvoorbeeld een grote stalen asbak neerzetten. Als die dingen voor het grijpen liggen dan is dat niet handig. Ik weet niet hoe bij jullie allemaal is, maar houdt er rekening mee dat mensen daarmee uit hun dak kunnen gaan.
Als het gebouw er eenmaal staat dan doe je er niet zoveel meer aan, hoewel je er natuurlijk wel voor kunt zorgen dat in- en uitgangen een beetje goed in het zicht liggen van de staf. En eventueel videobewaking, hoewel dat wel weer met de privacy in conflict kan komen. De plaats van de receptie is ook belangrijk. Ik heb dat zelf gemerkt, als je ergens in een ruimte bent waar helemaal geen zicht op is, dat is heel hinderlijk, je voelt je heel alleen. Dus je zou eigenlijk toch een ruimte moeten hebben waarbij je weet en ziet wie gaat er in, wie gaat er uit. Iemand die kan zien wat er in de gang gebeurt en de persoon achter de receptie moet achter veiligheidsglas zitten. De deuren moeten goed toegankelijk zijn. Als er een leuk bankje vlak naast je deur staat en je wilt de deur openknallen dan heb je probleem want vluchten is iets, wat de meeste mensen in het filmpje ook vertelden, dat is de eerste reflex die in je opkomt, wegwezen hier, eruit. Dus zorg ook dat je eruit kan. Een alarminstallatie heb ik zelf ook gemist, de eerste hulpafdeling is geen gesloten opnameafdeling, daar zal wellicht altijd wel een alarminstallatie aanwezig zijn. Op onze PAAZ is dat ook niet zo, we hebben niet overal een alarm installatie. Als wij een nieuwe afdeling krijgen zal dat wellicht wel zo zijn maar alarminstallaties moeten eigenlijk in ruimtes zijn waar je één op één bent met de patiënt. Want je zit weer in je eentje, wat op zich de meest ideale setting om met de patiënt te praten, om contact te krijgen. Dit is natuurlijk het allerbelangrijkste in je behandeling dus een alarminstallatie waar je ook bij kan is dan niet overbodig. Als het alarm gaat moet er natuurlijk ook op gereageerd worden, het lijkt heel voor de hand liggend maar… Ik ben geen organisatiedeskundige maar ik denk wel dat de wijze waarop je met elkaar werkt en afspraken hebt gemaakt met elkaar, systeemfactoren zal ik maar zeggen, een enorme invloed hebben op de veiligheid op je afdeling. Ik noem bijvoorbeeld de term parallelprocessen, dat fenomeen dat kent u wellicht; als het niet goed gaat in je team, gaat het ook niet goed met je patiënten. Belangrijk is goed en helder leiderschap. We moeten natuurlijk met elkaar praten over de behandeling maar er moet ook leiding aan gegeven worden, het moet duidelijk zijn wie de beslissingen neemt, welke behandelaar het is en ook de manager, de regelfiguur, moet de zaken goed aansturen op de afdeling. En daarvoor moeten ook allerlei voorzieningen zijn zoals functioneringsgesprekken, scholingsprogramma's, intervisie etc. En wat natuurlijk van groot belang is in een team is dat je weet wie wat doet. Dat is natuurlijk wel eens lastig, want ja, we zitten hier met verschillende disciplines. Dat vind ik prachtig; verpleegkundigen, spv-ers,  psychologen, psychiaters,  maar wie doet nou wat? En soms overlapt het natuurlijk, soms houdt iemand zich met iets bezig waarvan achteraf misschien gezegd word: “ja, dat was niet handig, dat had ik misschien over moeten laten aan iemand anders” en daarvoor moet je onderling goede afspraken maken met elkaar, dat moet helder zijn. En dat is nog wel eens een lastig punt, daar moet je met elkaar tijd voor maken, ruimte voor maken omdat af te stemmen. Ook een heel belangrijk punt is waardering. Marco sprak net zijn waardering uit voor het verpleegkundig team die heel veel regelt en opknapt voor hem en die waardering is ook verschrikkelijk belangrijk. Want zonder waardering in ons vak brand je af en dan krijg je een soort onverschilligheid en dat lijd onverbiddelijk tot een parallelproces in je patientengroep en dat is een slechte zaak. Dus ik denk dat het belangrijk is om elkaar goed te zien, om waardering te hebben voor elkaar wat we doen wederzijds. Je moet natuurlijk voldoende geoutilleerd zijn en er moet geld zijn. Natuurlijk een thema, maar je moet zorgen dat je voldoende menskracht hebt en die mensen moeten natuurlijk ook voldoende opgeleid zijn dat is niet alleen iets voor ons maar misschien ook iets voor de centrale overheid om daar geld en ruimte voor vrij te maken. Maar je kwalificaties, je formatie zijn hierin ook van belang. Als je het gevoel hebt we kunnen het voldoende aan met elkaar dan geeft dat rust dan geeft dat veiligheid. Communicatielijnen zijn natuurlijk ook heel erg belangrijk dus in je multidisciplinaire overleg, daar wordt het beleid gemaakt, en tussendoor praten wij natuurlijk veel over behandelingen maar als we tussendoor ook voortdurend het beleid gaan bijstellen zonder dat de een van de ander weet wat er weer besproken is, het wordt niet helder overgedragen, het wordt niet helder gecommuniceerd, dan krijg je een hoop misverstanden. Patiënten zeggen al gauw: ‘ja, maar ik heb met Pietje besproken zus en zo, ja weet ik niets van’… je voelt ‘m alweer aankomen. Over de registratie van incidenten is het denk ik belangrijk om incidenten niet te bagatelliseren, om ook kleine incidenten serieus te nemen en dat te bespreken met elkaar en daar notie van te nemen. Kleine incidenten zijn misschien al vooruitgeschoven post wat later kan escaleren, wat kan ontploffen. En daar moeten we met z’n allen gewoon alert op blijven. Als een teamlid uitvalt, moet we ook aandacht hebben waarom dat is, wat is er aan de hand. En indien incidenten zich voordoen dan zijn daar begrijp ik allerlei instrumenten voor om dat te registreren en te evalueren en nazorg is denk heel belangrijk. In mijn geval was daar dus ook niet al te veel aandacht voor.
Wat doen we nu als we denken iemand kon wel eens iets bij zich hebben. Wie gaan we nou eigenlijk fouilleren, wie gaan we visiteren wie gaan we zijn persoonlijke bezittingen doorsnuffelen. Dat doen we niet graag maar we moeten er wel met elkaar afspraken over maken hoe gaan we er meer om. Daar moeten richtlijnen voor zijn zodat je, als je dat moet doen als verpleegkundige, ook het gevoel hebt dit moet ik gewoon even doen het is wel heel vervelend maar het is echt even nodig. Ik weet ook niet wie je wel en niet moet doorzoeken. Je komt dan weer op dat predictie terecht maar in ieder geval moet je daar eens met elkaar over nadenken en richtlijnen over opstellen. Over separatie en sedatie gaat Ricardo iets zeggen. Hoe je dat allemaal kan aanpakken. Maar ten aanzien van het separeren en daar zijn hele, op een gesloten afdeling, goede trainingen voor en dat werkt erg goed. Ik heb een tijd in Emmen gewerkt op een gesloten afdeling en daar had het team een training gevolgd dat werkte echt prima ik denk dat je je daar een hoop ellende mee kunt besparen. Als iedereen weet hoe die ’t moet doen, wie het commando voert etc. Kortom een goed management van de afdeling en het team is van groot belang en in het algemeen zal ik daar nog iets over zeggen. Een goede kwaliteit van zorg is natuurlijk gewoon belangrijk daar heeft de inrichting van je afdeling mee te maken, daar heeft de organisatie van je afdeling mee te maken. Met een goede kwaliteit van zorg voelen de mensen zich respectvol behandeld en bejegend. Overigens over die richtlijnen; er is een grote Londense studie geweest en daar blijkt dus uit dat op 100 verschillende afdeling, ook 100 verschillen waren hoe iedereen het aanpakte, dus helemaal geen uniformiteit. Iedereen vind opnieuw het wiel uit en dat is misschien toch iets voor de toekomst om eens over na te denken. Hoe we in dit land wel wat meer van elkaar kunnen profiteren. Dat de interpersoonlijke omgeving het allerbelangrijkste is, het contact in de interactie tussen behandelaar en patiënt, zal heel veel bepalen of een situatie escaleert. Dit hoeft natuurlijk niet altijd. Als iemand knetter psychotisch is en je komt er niet door, dan houdt het gewoon op. We hebben allemaal wel eens een slechte dag of een tijdstip waarop je geroepen wordt komt wel heel slecht uit en dan ga je al geprikkeld ergens naar toe. We hebben allemaal onze gevoelige plekken. We hebben ook allemaal, of niet, nee toch; vooroordelen. In het algemeen ga ik het nu hebben over het geheel van factoren die te maken hebben met het directe contact. En in het directe contact is het natuurlijk prettig als de patiënt iemand treft die rustig is die rust uitstraalt, die kalm is, die op een rustige neutrale toon spreekt, kalm, geen stem verheft en de toon gaat niet omhoog. Ik denk wel dat de woordkeuze van groot belang is. Veel van onze patiënten zullen zich snel afgewezen voelen en een verkeert woord kan ook al verkeerd vallen. De toon daarbij maakt natuurlijk ook veel uit maar de formuleringen zijn ontzetten belangrijk omdat neutraal te houden, om dat waardeoordeel eruit te halen. Het lukt mij echt lang niet altijd maar het is wel belangrijk. Fysieke afstand en oogcontact, het is net een grommende hond die je tegenover je hebt die moet je niet te strak in de ogen aankijken want dat is vragen om problemen. En dat geld voor ons eigenlijk ook als we het gevoel hebben dat een grommend iemand tegenover ons zit, dan moet je die niet strak gaan aankijken want dat kan de situatie laten ploffen. Respectvolle bejegening, ik denk aan een Rogeriaanse basishouding, is natuurlijk altijd een goede zaak. Houd je aan gemaakte afspraken en je moet ook weten van de afspraken van elkaar. Soms doe je misschien ook wel eens een toezegging ergens over, juist om de boel rustig te houden, terwijl je dat later niet na kunt komen. Ook dat moet je zien te voorkomen, niet ergens in mee gaan waar je later denkt; nee, dus doe geen beloftes die je niet na kan komen. En de volgende is een mooie; je moet wel overwicht tonen en het gevoel geven controle te hebben, dat geeft veiligheid denk ik. Het geeft in je gezin ook veiligheid als je je kinderen kan laten zien dat je de boel in de hand hebt zonder in een autoritaire houding te vervallen. Dat moet lukken, hoewel het misschien wat tegenstrijdig lijkt. Dit hoort bij de Rogeriaanse basishouding, laat de patiënt praten, laat merken dat je luistert en toon empathie, soms willen we ook de zaken wel heel snel even regelen. Dan denken we nou het is wel duidelijk, we hebben zoveel ervaring, na een paar minuten weet je al hoe het zit en dan luister je niet meer en ga je al sturen en dat is te vroeg. Je moet iets terug geven naar wat die mensen uitzenden, dat je het ontvangen hebt en in plaats van je eigen gedachten, want die hebben we allemaal, we weten vaak wel hoe het zit. En dat is op zich denk ik ook wel terecht maar dat wil niet zeggen dat je niet moet luisteren. Met de multiculturele samenleving, met de asielzoekerscentra, is het natuurlijk van belang een beetje ruimte te houden voor etnische en culturele waarden die verschillen van onze Nederlandse, Groningse waarden. Ook een open deur; maar je eigen tegenoverdracht gevoelens is een hele belangrijke; om je eigen zachte plekjes toch in de gaten te blijven houden. Over korte termijn predictie wil ik 1 zin wijden; er is weinig tot geen evidentie voor, ik wou er niet veel over zeggen, behalve dan het gezonde verstand, ik denk dat ons niet veel anders rest dan ons gezonde verstand goed te gebruiken, de ervaring.
Een adequate behandeling; als iemand allerlei hallucinaties heeft; akoestische hallucinaties met een imperatief karakter die zegt van sla die vent, dan moet je dat natuurlijk behandelen, dat leid tot meer veiligheid indien dat lukt. Monitor het proces in de spreekkamer dat betekent immers dat je in de gaten moet hebben wat er gebeurd en of de situatie uit de hand aan het lopen is. Dat is mij dus erg tegengevallen hoe ik dat in de gaten had en je ziet het vaak oplopen. Dan komt er een punt en dan opeens brand het los en ben je eigenlijk te laat. Dus in die aanloopfase moet je al in de gaten hebben dat het misloopt. Want bij de uitbarsting moet je vechten of vluchten. En dan moet je het daarna ook weer een tijdje af laten koelen. Als je vlak na een dergelijk incident er weer bij komt dan is de adrenaline nog torenhoog, dan heb je kans, dat het direct weer misgaat. Dus houd dat proces in de gaten. Ik begon er al mee; neem je eigen gevoel serieus bagatelliseer het niet; ach, het valt wel mee, het zal wel loslopen. Als het dan misgaat, wat moet je dan doen; nou dan moet je denk ik uitvoeren wat je geleerd hebt in de training die ik niet gevolgd heb maar ik moet zeggen, ik ben op het voorjaarscongres in Amsterdam geweest en daar heb ik een workshop gevolgd van Karl Blijd. Die heeft een cursus agressie management en dat doet hij samen met zijn broer en die heeft weer een oosterse vechtsport gedaan, zwarte band huppelepup. Dus we hebben daar met een stel staan oefenen en dat was punt 1 erg leuk, als je dat met je team doet dan is dat voor de teambuilding alleen al goed, het is misschien ook wel nuttig om van te voren al even nagedacht te hebben over hoe je iets kan afweren. Belangrijkste is natuurlijk je kennis over agressie te vergroten en te voorkomen. Die cursus was erg leuk, als jullie er iets over willen weten, zijn e-mail adres heb ik wel. Ik ga afsluiten. Ga niet alleen af op je subjectieve belevingen van veiligheid. Zorg voor goede bouwkundige voorzieningen. Kwalitatief goede zorg en organisatie zijn erg belangrijk. Wat ik er nog graag bij wil zeggen is dat het toch goed is om aangifte te doen als je iets overkomt. Ik denk dat het reduceren van risico’s bij ons ligt, hoe wij dingen kunnen veranderen, hoe wij dingen aan kunnen pakken, maar voor een deel zal het ook liggen aan de houding van het openbaar ministerie, de politie, de overheid of wij inderdaad vogelvrij zijn zoals uit sommige verhalen bleek. Ik vond het echt schokkend dat je op je bek geslagen wordt en vervolgens krijg je nog een klacht aan je broek, dat is verschrikkelijk. Ik heb zelf aangifte gedaan van wat mij overkomen is en daar had ik een goede ervaring mee. De betrokken man is opgepakt en vastgezet, ik werd respectvol bejegend, ik werd uitvoerig geïnterviewd door een politiebeambte,ze wilden er eerder meer aanzetten dan minder. Ik zou ook zeggen schroom ook niet om flink te vertellen wat er gebeurd is, dat we het niet allemaal weer vergoelijken en laat het openbaar ministerie uitmaken of deze mensen nu wilsonbekwaam zouden zijn geweest of niet, dat is niet aan ons denk ik, dat hoort bij justitie.



  

EmergenPSY©Versie 2011


Predictie van agressief gedrag

EmergenPSY/ PUBLICATIES
 

Predictie van agressief gedrag

Marco Neijboer

Sinds 15 jaar werk ik binnen de GGZ op een gesloten psychiatrische afdeling. Binnen gesloten afdelingen komen de meeste geweldsincidenten voor. Op een dergelijke afdeling kan het zinnig zijn om agressieve incidenten te voorspellen. Dit voorspellende vermogen kan ons helpen te anticiperen op wat mogelijk komen gaat en geeft controle of de gedachte dat we controle kunnen uitoefenen. We weten dat agressie impact heeft op het team en dat het enigszins te vergelijken valt met een geslaagde suïcide poging. Is voorspellen kijken in een grijze bol of blijken er instrumenten te bestaan die ons van dienst kunnen zijn bij het voorspellen van agressie? Bovenstaande is dan ook de leidraad van mijn verhaal en ik zal u dan ook trachten mee te voeren naar verschillende ervaringen, gedachten, voorstellen en vragenlijsten die misschien ons van dienst kunnen zijn bij het beantwoorden van deze vraag. 
  

Predictie van agressie
Het voorspellen van agressie, wie slaat wel en wie slaat niet, daar gaat het eigenlijk om. Binnen onze wetgeving blijkt het gevaarscriterium de maat te zijn om patiënten gedwongen op te nemen. Deze wet bestaat al 15 jaar en wat is erin tussentijd gebeurd? Vijftien jaar geleden heb ik binnen een referaat aandacht besteed aan predictie van agressie. Destijds heb ik daar veel literatuur overgelezen en bleek de conclusie dat we niet konden voorspellen wie wel of niet gevaarlijk kon worden, terwijl we dat met die nieuwe wet wel moesten doen. Bij een gedwongen opname moet aan de rechter uitgelegd kunnen worden of iemand gevaarlijk is dan wel gevaarlijk kan worden. Vanuit de wetgeving werd dus een beroep op het voorspellende vermogen van psychiaters gedaan, terwijl we daar niet toe instaat bleken te zijn. Nu betekend in Nederland niet, dat een gedwongen opname automatisch gevolgd wordt door gedwongen behandeling. Gedwongen behandeling kan pas ingezet worden als de patiënt binnen de afdeling ook gevaarlijk is of kan worden. Dat hield in dat werkers in de psychiatrie blootgesteld kunnen worden aan meer gevaar dan in de samenleving. Bovendien werd wederom een beroep gedaan op de voorspellende vaardigheden van een psychiater om uiteindelijk tot dwangbehandeling over te gaan.
Predictie van agressie blijkt ook overeenkomsten te hebben met predictie van suïcidaliteit, daar hebben we ook grote moeite mee om dat goed te kunnen voorspellen. In al die artikelen die ik gelezen heb, waaronder gewone onderzoeken op afdelingen of op APZ-en, ook revieuw artikelen en meta-analyses, daar komt eigenlijk uit naar voren dat in de afgelopen 20 jaar ons vermogen om te voorspellen ietsje beter geworden is. In het begin heb ik gezegd dat we het niet konden, als het nu ietsje beter geworden is dan weet u een beetje hoe de zaken er nu voor staan. En zelfs dat laatste, en daar kom ik nog wel op terug, dat we het beter zouden kunnen dan het gooien van een dobbelsteen, werd in een artikel ook nog betwist.
Predictie is een onderwerp wat belangrijk gevonden wordt, omdat voorspellen van agressie ons kan helpen beschermende maatregelen te treffen.
Er is ook een World Report on Violence and Health van 2002 van de World Health Organisation die de nadruk legt op research, ze spreken verder niet van evidenced based, maar van best evidenced.
Ze hechten heel veel belang aan preventie maatregelen. In hun artikel benadrukken ze dat agressie een bijzonder complex probleem is en dat het zinvol is om dit probleem multidisciplinair te benaderen. Het geneeskundige denken lijkt in dit artikel een vooraanstaande rol in te nemen, terwijl ik van mening ben dat andere disciplines daar een zinnige bijdrage aan kunnen leveren. Statistieken heb ik in de literatuur niet kunnen ontdekken ondanks het feit dat statistische gegevens belangrijk kunnen zijn. Wanneer uit deze gegevens blijkt dat binnen de samenleving agressieve gebeurtenissen, of moord relatief weinig voorkomt dan is het niet aannemelijk om vanuit deze statistische gegevens voorspellende waarden toe te kennen
Economische omstandigheden kunnen ook een voorspellende waarde vormen m.b.t. agressie. In verschillende artikelen wordt kenbaar gemaakt dat, ondanks een geslaagde behandeling, economische motieven(b.v. achterstandswijken) een drijfveer kunnen vormen dat patiënten wederom dezelfde fouten maken



Schizofrenie en criminaliteit
Als in Amerika schizofrenie niet meer zou voorkomen dan daalt de criminaliteit met slechts 3%.
Uit onderzoek blijkt dat onder invloed een auto besturen, of alcohol en drugs gebruikers en delinquenten met herhaalde geweldsdelicten, veel gevaarlijker zijn dan psychiatrische patiënten met een ernstige stoornis.
Mensen die lijden aan schizofrenie blijken in vergelijking tot gezonde individuen, vier tot zes maal het risico te lopen om veroordeeld te worden voor een geweldsdelict.
In werkelijkheid blijkt slechts een klein deel van de groep schizofrene patiënten gevaarlijk te kunnen  zijn. Uit onderzoek blijkt dat schizofrene patiënten, die alcohol en drugs gebruiken, vaker geweld gebruiken en een risico groep vormen. Het geen natuurlijk belangrijke behandelimplicaties heeft.
Daarnaast zijn mannen(m.n.jonge mannen)veel gevaarlijker dan vrouwen
Dit onderzoek vond plaats in een psychiatrisch ziekenhuis, duurde 6 jaar en 18.000 patiënten namen daaraan deel. Voor opname blekengeweldsincidenten vaker voor te komen (8,3%) en tijdens opname namen deze incidenten aanzienlijk af(2,7%). Men kwam tot de slotsom dat predictie niet mogelijk is. Een ander onderzoek binnen een acute opnameafdeling onderzocht factoren die 24 uur voorafgaand aan een agressief incident waargenomen werden. Dat zijn dan verwardheid, prikkelbaarheid, luidruchtigheid en onstuimigheid, fysieke dreiging, verbale dreiging en vernieling van goederen. Dat zijn de factoren die men 24 uur voorafgaand aan een agressief incident waarnam. Op korte termijn(7 dagen) blijken deze factoren redelijk betrouwbaar te kunnen zijn. In dit artikel werd benadrukt dat voorspellen op korte termijn veel betrouwbaarder is dan op lange termijn.


Situationele factoren die van invloed zijn op agressie
Onvoldoende fysieke ruimte en gebrek aan privacy kunnen leiden tot agitatie en uiteindelijk tot agressie. Het is zinnig om er zorg voor te dragen dat er overbedden zijn. Inactiviteit, onervarenheid van stafleden en gebrek aan training kunnen leiden tot toename van geweldincidenten. Op onze afdeling hebben alle verpleegkundigen de CFB-training gehad en gaan ook op herhaling om deze vaardigheden te onderhouden. Stafkenmerken als rigiditeit, intolerantie, autoritair en macho gedrag kunnen agressie uitlokken. Omgevings en systeemfactoren worden vaak onderbelicht, terwijl we daar iets aan kunnen doen, integenstelling tot patiënten factoren. Het is dan ook effectief om omgevingfactoren en stafkenmerken aan te passen met het doel agressie te verminderen.


Vragenlijsten en predictie van agressie
Er zijn diverse vragenlijsten die als instrument gebruikt worden om agressie te voorspellen. Verschillende onderzoeken m.b.t. de validiteit van deze vragenlijsten blijken lastig te beantwoorden. Uit de literatuur blijkt dat het belangrijk is om te beoordelen waar je onderzoek doet ( psychiatrie, forensisch instituut of b.v. gevangenis), bij welke groep en populatie. Het blijkt dat het uitermate lastig is om gegevens te generaliseren en te vergelijken.
De PCL-R(psychopathy Checklist(Revised) is een vragenlijst die gebruikt wordt bij gedetineerden en forensische psychiatrie en waarbij het nut is aangetoond. De PCL-SV is een vragenlijst die ingezet wordt bij institutionele agressie en een goede predictieve validiteit heeft. Niettemin geeft een ander artikel aan dat er een valse positieve ratio is van 50 tot 70%. Dat houdt in dat het gooien van een dobbelsteen betrouwbaarder is. Verschillende artikelen blijken elkaar tegen te spreken waardoor ik alleen maar meer in verwarring raak.
De H10 is een vragenlijst die een belangrijke rol speelt bij lange termijn predictie van persoonlijkheidsstoornissen.
De HCR is een vragenlijst met 20 items, waarvan 10 items iets zeggen over de voorgeschiedenis van de patiënt, 5 met klinische variabelen en 5 met risicofactoren (historical clinical risk assessment). Eerdere gewelddadigheid in de voorgeschiedenis van de patiënt blijkt een goede voorspeller(80%) te zijn dat het weer kan gebeuren. Jonge leeftijd bij geweldsdelicten, instabiele relaties, middelenmisbruik, ernstige psychiatrische stoornis, psychopathie, eerdere aanpassingsproblemen, persoonlijkheidsstoornissen, dat zijn de historische items die goed uitgevraagd dienen te worden. De klinische items zijn gebrek aan inzicht, negatieve houding, floride psychotische symptomatologie, impulsiviteit en therapieresistentie. Andere risico factoren zijn: socio economische status, gebrek aan sociale steun, middelen misbruik, misbruik in vroege jeugd etc. Voor de uitvoerbaarheid van plannen is het zinvol of er compliance was met eerder hulpverleningspogingen. Gedrag voorafgaand aan opname en onvrijwilligheid blijken ook goede voorspellers te zijn


Conclusie en aanbevelingen
Ons voorspellende vermogen is niet bijzonder toegenomen in de afgelopen decennia. Het lijkt me dan ook zinvol om onze aandacht te richten op preventie van agressie. In het voorspellen hebben we de afgelopen decennia niet zo heel veel vooruitgang geboekt. Ik denk rede te meer om flink na te denken over preventie. De WHO heeft zich in hun artikel dan ook georiënteerd op preventie. De vraag is echter of in de toekomst mogelijkheden bestaan om beter te gaan voorspellen.
Ik zou u willen adviseren voorzichtig te zijn met meetschalen gezien de verschillen die worden aangetoond d.m.v. onderzoek. Klinische ervaring, gezondverstand en de verschillende items die ik naar voren heb gebracht, zijn naar mijn mening beter inzetbaar dan louter en alleen af te gaan op meetschalen.

Onderzoekers geven aan dat het zinnig is om onderzoek te doen om predictie van agressie te verbeteren. Niettemin ben ik van mening dat wij als werkers in de praktijk ons beter kunnen richten op teamkenmerken, omgevings en systemische factoren.
Heb je een psychose klinisch hebt behandeld, draag er dan zorg voor dat de patiënt goed en intensief begeleid wordt om een relaps te voorkomen. Dat zijn naar mijn opvatting belangrijkere punten om je energie aan te besteden dan aan het voorspellen. Dus het blijft nog een beetje zo: druk op tijd het lontje uit.



 


EmergenPSY©Versie 2011